|
|
. Daerom zeide Anacharsis zeer wel, datter geen dier de mensche schadelijker en was als de Mense zelve, omdat hij heerschende over alles, zijn zelven niet en konde regeeren, noch zijn begeerlijkheid in den toom houden.De ervarentheyt leert ons dagelicx de waerheit van dese Spreucke. En wie ister, die daer eenighsins aan zoude konnen twijffelen, daer oock selver den Apostel tot den Romeynen bekent, dat hij niet en dede't goet dat hij wel wilde doen, maer veeleer 't quaet dat hy niet en wilde, en dat in fijn vleesch geen goet en woonde? De Spaengiaerts hebben derhalve geen ongelijck, als zij Godt bidden, om bewaert te wezen voor haer selven. Voorwaer ons Gemoet is met soo veel Ontroeringen beslommert, van soo ongesluymigheden in-genomen, dat dezelve ons niet alleen de reden en benemen, en de onvernufte beesten gelijck maken, maer oock van de gesontheyt, jae van 't leven zelve dickwils berooven. Deze Ontroeringen of Passien, gelijck 't Grieksche woord by sommige in 't Latijn Passiones over gezet werd , maar beter Affectus ofte Affectiones, zullen wy den naem geven, van Bewegingen des Gemoets, na het voorschrift van Cicero, die de zelfde Commotiones animorum, en ook simpelick Permotiones geheten heeft, met bequamer benaminge als hy de zelve elders perturbationes noemt. Want Pertubatie betoont met den naam zelve, datse quaet is, gelijk Cicero oock betekent: te weten, zij turbeert, en ontstelt de gerustheyt, indien ze met recht Pertubatie geseyt magh werden. Sommige hebben mede niet beter de leivige Sieckten des Gemoets genoemt, dewijl soodagnige namen alleen passen op sulke Bewegingen des Gemoets, die buyten 't spoor van de reden loopen. |