.
Uit de Oude Doos
Wercken der Genees-Konste
In het jaar 1672 verscheen bij de Weduwe van J.J.
Schipper op de Keizersgracht te Amsterdam een boek dat in die tijd het
standaardwerk van de Genees-Konste zou worden. De titel: Joh. van Beverwijcks
Wercken der Genees-Konste.
Denk nu niet dat je dit boek in een vloek en
een zucht uitleest. Het heeft meer dan 900 pagina's en die zijn heel dicht
bedrukt.
Deze oude doos is dus wel verschrikkelijk oud.
In de komende tijd hoop ik uit "Werken der Genees-Konste" wat wetenswaardigheden
te halen en die op deze pagina aan te bieden.
Natuurlijk was het taalgebruik in 1672 heel anders
dan in onze tijd. De letter "s" bijvoorbeeld wordt in vele gevallen geschreven
als de letter
f, maar dan zonder dwarsstreepje. Je moet er
aan wennen om woorden als "menf", "fommige" en "koortfche" vlot te herkennen.
Dan krijgen we de klinkerverdubbeling. In de
tijd van Van Beverwijck, die overigens profeffor was aan de hogeschool
in Dordrecht, werd niet "haar", maar "haer" geschreven. Met de letter e
werd de klinker die aan die letter voorafging verdubbeld.
Schrijf je tegenwoordig een artikel in een wetenschappelijk
tijdschrift, dan moet je niet verbaasd zijn als de redactie je om twee
collega's vraagt, die achter je staan voor wat betreft de inhoud van je
artikel.
Laat ik zwijgen over het schrijven van een wetenschappelijk
boek in onze tijd, zeker als je niet aan een universiteit verbonden bent.
Beverwijck neemt in zijn boek niet minder dan
een weerlegging van de filosoof Montaigne op. Dat doet hij in meer dan
30 pagina's, die in het bijzonder gericht zijn "Aen den vermaerden, ende
achtbaren Heere Dr. Cornelis van Someren, Scheepen, ende Medicijn ordinaris
der Stadt Dordrecht."
Tegenwoordig zou zo iets ondenkbaar zijn. Heden
ten dage weerleggen we opvattingen van vakgenoten met bewijzen,
die statistisch onderbouwd zijn...
Voor belangstellenden wordt van Beverwijck in
de Oude Doos vast heel interessant.
Pieter Verdonk
|